Virtuele machine

Bij Virtual Machine Manager > Virtuele machine kunt u de volgende handelingen uitvoeren:

Denk eraan dat de volgende functies niet worden ondersteund op Virtual DSM:

Een virtuele machine maken:

  1. klik op Maken om de wizard te openen.
  2. Selecteer het besturingssysteem voor de te maken virtuele machine.
  3. kies de opslagruimte waar u uw virtuele machine wilt opslaan.
    Opmerking: De virtuele machine wordt uitgeschakeld wanneer er onvoldoende opslagruimte is.
  4. Voer in het basisspecificatiepaneel de volgende informatie in:
  5. Voer de volgende informatie in om de opslag te configureren:
  6. Netwerkkaartinstellingen configureren:
  7. Andere instellingen configureren:
  8. Bevoegdheden aan gebruikers of groepen toevoegen: de geselecteerde gebruikers of groepen krijgen toestemming om de virtuele machine op Virtual Machine Manager te starten, uit te schakelen, uitschakelen te forceren, opnieuw te starten, te onderbreken en te verwijderen.
  9. Samenvatting: bevestig de instellingen en schakel indien nodig het selectievakje Virtuele machine starten na het maken in. Klik op Toepassen om te voltooien.

Opmerking:

Een virtuele machine importeren:

  1. Klik op Importeren in het vervolgkeuzemenu Maken.
  2. Kies een importmethode en een bron van de virtuele machine om te importeren:
  3. Volg de stappen bij "Een virtuele machine maken" om het proces te voltooien.

Opmerking:

Een virtuele machine bewerken:

  1. selecteer de gewenste virtuele machine.
  2. Klik op Bewerken om de hardwarespecificaties en bevoegdheden te wijzigen.

Opmerking:

Een virtuele machine verbinden:

  1. selecteer de gewenste virtuele machine.
  2. Klik op Verbinden.

Het stroomverbruik van virtuele machine regelen:

  1. Selecteer een virtuele machine.
  2. Klik op Stroom:

Opmerking:

Andere acties op een virtuele machine uitvoeren:

  1. Selecteer een virtuele machine.
  2. Klik op Actie:

Opmerking: